Innovation Boosting voor Deceuninck

Innovation Boosting voor Deceuninck

Als profielenproducent hoeft Deceuninck nog amper geïntroduceerd te worden. Toen Benari Deceuninck in 1937 als kleine eenmanszaak startte met het produceren van knopen, gespen en kammen uit kunststofbladen, had hij ongetwijfeld niet durven dromen dat het bedrijf zou uitgroeien tot de multinational die we vandaag kennen. Ondertussen is het bedrijf actief met productievestigingen in 17 landen, telt het bedrijf wereldwijd zo’n 4.000 werknemers en mag het zich globaal bij de top drie van de PVC-raamprofielproducenten rekenen. Dit maakt hen lokaal de koploper in ontwerp, ontwikkeling en extrusie van kunststofsystemen en -profielen voor de bouwindustrie en de recyclage ervan.

Zoals alle ondernemingen actief in Vlaanderen moet ook Deceuninck rekening houden met de hoge loonkosten en een tekort aan geschikte arbeidskrachten. Een bijkomende trend in de bouwmaterialen is de stijgende complexiteit en groeiende diversiteit van het aanbod. In de productieomgeving vertaalt zich dit in steeds meer en kleinere batches, dus kortere productieruns.

Daarom wordt bij Deceuninck al jaren gewerkt aan procesoptimalisatie om de productiviteit en kostenefficiëntie te optimaliseren zonder te moeten inboeten op flexibiliteit. Die flexibiliteit hebben ze voornamelijk nodig om binnen een korte tijdspanne ook kleinere hoeveelheden van een bepaald profiel te kunnen produceren.

Omsteltijd verlagen

Zo werd de LEAN-methodologie al jaren geleden toegepast om omsteltijden, een belangrijke kostendrijver bij de bekleving van profielen, te verlagen. Ook wordt al geruime tijd samengewerkt met externe gespecialiseerde adviesbureaus om bijvoorbeeld via SMED (single minute exchange of die) omsteltijden zo kort mogelijk te houden. Ook andere, innovatievere projecten werden de voorbije jaren opgestart. Zo loopt er momenteel een initiatief met ondersteuning van VLAIO waarbij bestaande machines worden omgebouwd met het oog op verdere mechanische en procesmatige optimalisaties.

Een belangrijke volgende stap die Deceuninck voor ogen heeft is de verdere optimalisatie van de planning alsook het nog meer inzetten op de transitie van een manier van werken gebaseerd op ervaring naar een manier van werken gebaseerd op kennis. Zo wil Deceuninck in de toekomst profielen beter gaan groeperen op basis van geformaliseerde product- en proceskennis. Deze groepering laat toe om de opvolging van profielen in de beklevingslijn beter te kiezen waardoor de totale omsteltijd vermindert. Momenteel gebeurt dit reeds op basis van het (subjectief) oordeel van een aantal ervaren medewerkers, wat bijkomend een risico inhoudt rond continuïteit. Door dit in de toekomst te laten gebeuren op basis van de product data en volgens een dynamisch geformaliseerd en geïnformatiseerd proces kan Deceuninck de verhouding productiviteit/omsteltijd nog verder verhogen zonder de beperkingen te moeten ondervinden van een rigide planningsproces.

Innovation Boosting project

Om de haalbaarheid van deze nieuwe manier van werken te toetsen kreeg Flanders Make de vraag om via een korte voorstudie (Innovation Boosting) te onderzoeken op welke manier een data-gedreven aanpak (bijvoorbeeld door parameters toe te kennen aan instelposities en dit als uitgangspunt te nemen om shape sequenties op te stellen) kan resulteren in kortere en efficiëntere omstellingen zonder in te boeten op flexibiliteit.

Flanders Make heeft Deceuninck geholpen met deze uitdagingen door twee concrete bouwblokken te programmeren. Een eerste bouwblok is een algoritme om de optimale profielvolgorde voor de beklevingslijn te bepalen. Op basis van gemeten of geschatte omsteltijd en een gewenste verzameling profielen bepaalt een algoritme de profielvolgorde die de laagste omsteltijd veroorzaakt. Een basisvereiste voor een goede profielvolgorde is dat omsteltijden gekend zijn of goed ingeschat kunnen worden, wat niet altijd het geval is. Daarbij ondersteunt een tweede bouwblok: een stukje software dat productie-tekeningen (2D DXF) van de beklevingsoperatie analyseert en er in luttele seconden onderscheidende eigenschappen uit haalt die rechtstreeks te maken hebben met de bekleving. Zo houdt de software rekening met de te bekleven oppervlakte, de symmetrie en het aantal handelingen in het proces. Deze eigenschappen laten toe om te bepalen welke profielen gelijken op elkaar voor het concrete proces van bekleving. De mate van gelijkenis tussen profielen is nuttige informatie om een inschatting te maken van de nodige tijd voor omstellingen die niet vaak plaatsvinden. Zelfs omstellingen die nog nooit plaatsgevonden hebben, zoals bij nieuwe profielen, kunnen zo ingeschat worden.

Op de beklevingslijn wordt de decoratieve folie op het profiel aangedrukt. De foto’s hieronder illustreren de complexiteit van de positionering van de wielen om tot een goede hechting te komen.

Aandrukwielen beklevingslijn Decueninck

Inzicht van Deceuninck

Deceuninck heeft recent verschillende projecten opgestart die moeten toelaten om de toenemende complexiteit en diversiteit van pvc-profielen efficiënter te verwerken. Hierbij ligt de focus op een data-gedreven aanpak, waarbij tegelijkertijd ook manieren worden gezocht om de waardevolle kennis en ervaring van onze werknemers te borgen en mee te nemen in toekomstige optimalisaties. Concreet heeft de samenwerking geresulteerd in de nodige tools om de sequentie van profielen in productie te optimaliseren, waarbij rekening gehouden wordt met bepalende factoren die steeds beter in kaart gebracht worden (zoals omsteltijden, maar ook productgeometrieën en machine eigenschappen).

Het algoritme geeft een eerste aanzet richting de optimalisatie van profielsequenties in productie, wat de insteltijden korter maakt en bijgevolg de actieve productietijd verhoogt, maar ook inzichten biedt die kunnen gebruikt worden om productielijnen her in te richten en instellingen te groeperen. Deze optimalisaties creëren bovendien ruimte bij de werknemers om de productieprocessen vlotter op te volgen, en waar nodig verder te optimaliseren. Momenteel wordt onderzocht om de aangepaste profielsequenties te testen voor een selectie van productfamilies en productielijnen, en de daaraan gelinkte data en informatie vlot te borgen. In die zin is dit Innovation Boosting project zeker niet het eindpunt van de samenwerking, de data-gedreven aanpak wordt nog verder uitgebreid om ook nieuwe productfamilies vlot in te passen en flexibiliteit te garanderen in een snel veranderende productieomgeving.

Meer over Innovation Boosting

Innovation Boosting is een initiatief van Flanders Make met steun van VLAIO (Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen) om bedrijven met een vestiging in Vlaanderen te ondersteunen bij de uitwerking van hun innovatieve ideeën. Via een haalbaarheidsstudie helpt Flanders Make ondernemingen om beter onderbouwde inzichten te verkrijgen over de mogelijkheden en de haalbaarheid van een door de klant beoogde innovatie. De focus van een dergelijk kort traject ligt op voorbereidend onderzoek en eventueel op testen. In een later vervolgtraject kan het idee verder worden uitgewerkt tot een werkend product of proces.

Meer informatie?

Wil je graag meer informatie over het Innovation Boosting initiatief en wat dit voor jouw bedrijf kan betekenen? Aarzel dan niet om ons te contacteren!

Jan Stroobants, Onderzoeksingenieur

Jan behaalde een MSc als werktuigbouwkundig ingenieur aan de KU Leuven (2008). In zijn huidige functie bij Flanders Make als Senior Research Engineer leidt hij niet enkel onderzoeksprojecten rond multimaterial topologie optimalisatie, maar is hij ook actief in simulatie & validatie in de context van lichtgewicht en structurele optimalisatie en in het ontwikkelen van tools die ontwerpers meer inzicht geven tijdens de vroege ontwerpfase.